Vlaamse Gaai - Garrulus glandarius
De wetenschappelijke naam van de gaai, Garrulus glandarius, is te vertalen als 'voortdurend krassende eikelzoeker'. Dat typeert de gaai alleen in de winter, want tijdens het broedseizoen is hij juist opvallend stil. Van oorsprong vrij schuwe bosvogel, maar inmiddels ook volop in het stedelijk gebied te vinden. Gaaien hebben in het bos de functie van indringer-alarm; veel dieren reageren op hun alarmroep en verbergen zich. Gaaien zijn bekend om de opvallende blauw-zwart gestreepte tekening op de vleugel.
Herkenning
Beigebruine vogels, met een licht gestreepte kruin, een lichte keel en onderkant, een lichtblauw vleugelveld met een fijne zwarte bandering. Verder heeft de gaai een brede zwarte baardstreep, een zwarte staart en witte stuit. In het voorjaar en zomer nadrukkelijk aanwezig met luidruchtige roep. Witte stuit en zwarte staart vallen op tijdens de vlucht. Gaaien hebben een stevige donkere snavel. De meest bekende roep is een luide, hese schreeuw die in de buurt van bomen en bos geregeld te horen is.
Geluid
Hees, schreeuwend. Zingt gevarieerd met veel imitaties.