Noordse Stern - Sterna paradisaea

De noordse stern broedt vooral in arctische streken en overwintert in het zuidpoolgebied, vijftien- tot twintigduizend kilometer vliegen van de broedplaats. En in het voorjaar leggen ze die afstand nog een keer af. Per jaar vliegt een noordse stern (alleen al op trek) de wereld rond. Daarmee zijn ze als de kampioenen onder de trekvogels. Nederland ligt aan de zuidgrens van het Europese broedgebied.

Herkenning

Lijkt sterk op visdief maar is te herkennen aan een aantal kenmerken. De snavel heeft meestal geen zwarte punt en z'n pootjes zijn wat korter. Verder is de kop, snavel en hals iets korter, en de staart juist wat langer; langer dan de vleugels. De noordse stern is ook wat grijzer van onderen. Verder zijn de vleugels iets smaller. Van onder gezien zijn alle handpennen doorschijnend. Bij de visdief alleen de binnenste handpennen. Duikt getrapt biddend in het water. Juveniele vogels in vlucht het best te onderscheiden aan witte driehoek op achtervleugel.

Geluid

Hoger en pittiger dan dat van visdief

Bron: Vogelbescherming Nederland