Lammergier - Gypaetus barbatus
De naam "lammergier" stamt uit de tijd, dat men dacht dat de vogel op lammeren en zelfs kinderen joeg. In Europa is dat een van de redenen geweest dat het dier halverwege de 20ste eeuw vrijwel is uitgestorven; lange tijd werd er jacht op gemaakt.
Uit de moderne biologie is bekend dat de lammergier zich voor 80% met
botten van kadavers voedt. Door de grote snavelopening kan hij botten
tot 18 cm groot in een keer doorslikken. Grotere botten neemt hij mee in
de lucht en laat ze op rotsen kapotvallen. Botten bevatten naast kalk
veel eiwit en het merg is eveneens voedzaam. Deze vogel kan door gebruik
te maken van thermiek urenlang in de lucht rond cirkelen zonder een
enkele vleugelslag.
Kenmerken
De
lammergier heeft eigenlijk een witte borst, maar hij heeft de gewoonte
deze met rode klei te bestrijken. De witte kop en lange staart zijn een
goed kenmerk. De lengte is 100 tot 115 cm en de spanwijdte 2,50 tot 2,82
meter. Deze vogel heeft een gewicht van 4,5 tot 7,1 kilogram. Deze vogel woont in ZOO Berlijn.