Grote Bonte Specht - Dendrocopos major
De meest algemene specht van Nederland. Zowel mannetje als vrouwtje
roffelt op takken met een korte snelle roffel om territorium en paarband
te versterken. Grote bonte spechten hakken in bomen een nestholte uit
met een rond gat. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals
berken. Spechten kunnen op die manier hakken doordat de hersenen in een
soort schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte worden de eieren
gewoon op het hout gelegd.
Herkenning
Zwart-witte vogel met een rode 'broek'. In de vlucht vallen de grote witte schoudervlekken op. Het mannetje heeft een rode vlek op het achterhoofd. Deze ontbreekt bij het vrouwtje. Jonge spechten hebben een rood petje en worden daarom soms aangezien voor een middelste bonte specht. Maar het rood van de middelste is een tint lichter en de middelste bonte specht heeft een meer wit 'gezicht'. Zo ontbreekt er een zwarte rand langs de kruin. De grote bonte specht heeft de voor spechten kenmerkende golvende vlucht. Hun roffel en hun roep ('tsjik') is vaak te horen in oudere bossen, parken en tuinen.
Geluid
Luide, maar relatief korte roffel. Roept vaak een luid 'tsjik'.
Samen met de Middelste bonte specht