Fazant - Phasianus colchicus

Fazanten zijn prachtig gekleurde vogels - althans, de mannetjes. De vrouwtjes zijn bijzonder goed gecamoufleerd. De fazant komt van nature voor in Europa, maar niet in de West-Europese landen. Het gebied tussen Georgië, Armenië, Azerbeidzjan en van Vietnam tot in Noord-Korea vormt het oorspronkelijke leefgebied van de fazant. De Romeinen waardeerden de fazant om zijn vlees en zorgden ervoor dat de soort zich over grote delen van Europa verspreidde. De groei van het Europese fazantenbestand vond later plaats. Vooral ten behoeve van de plezierjacht werden vanaf de 18e eeuw grote aantallen fazanten gefokt en losgelaten. Dit is in Nederland verboden, maar gebeurt illegaal nog wel. De fazant komt van nature voor in laaglandbossen, waar hij is gespecialiseerd in het vangen van insecten, hagedissen en soms muizen, zaden en aas op de bosbodem. De in Nederland voorkomende fazant is een mix van verschillende ondersoorten en varianten, die in het Aziatische broedgebied voorkomen.


Herkenning

De mannetjes zijn onmiskenbare grote, statige hoenders. Naast de opvallende kop hebben mannetjes een lange gebandeerde staart en een bruin lichaam met donkere vlekken en schubben. Vrouwtjes kunnen met andere soorten worden verward. Zij hebben ook een lange staart en zijn geheel bruin met donkere vlekken. Fazanten vliegen vaak op het laatste moment op met een rauwe kreet bij een naderend persoon.

Geluid

Haan roept luid "Kok-k!" en fladdert daarbij met vleugels. Daarnaast nog diverse zachte, kipachtige geluiden door beide geslachten.

Bron: Vogelbescherming Nederland