Appelvink - Coccothraustes coccothraustes


Met zijn bovengemiddelde formaat en sterke snavel, is de appelvink de krachtpatser onder de vinken. Uit onderzoek is gebleken dat hij met zijn snavel een drukkracht van 50 kilogram kan uitoefenen. Een kersenpit is daarmee moeiteloos gekraakt. De soort is schuw en waakzaam, en brengt het grootste deel van de tijd hoog in grote bomen door. Zijn verborgen gedrag en onopvallende geluid maken de appelvink al met al vrij moeilijk waarneembaar.

Herkenning

Forse vinkachtige met een kegelvormige snavel, dikke kop en 'stierennek'. Het verenkleed van de appelvink is overwegend roestbruin, maar met veel accenten. Brede witte vleugelstrepen, aan de korte staart zit een witte eindband en de rug en vleugels zijn donkerbruin. Opvallend zijn de diepblauwe, gekrulde toppen van een deel van de slagpennen. En ook de snavel van de mannelijke appelvink verkleurt naar staalblauw als het voorjaar eraan komt.

Geluid

Zang is onopvallend. Zacht, ritmisch en doorspekt met kenmerkende roepen en kwelende klanken. Roep in zit en in vlucht een luide, explosieve tik, roodborstachtig; vaak ook merelachtig, hoog "tsiii".

Bron: Vogelbescherming Nederland